Introductie
De poëzie en taalopvattingen van Paul Celan (1920-'70) zijn een blijvend onderwerp van discussie. Zijn werk is een bron van inspiratie voor beeldend kunstenaars, componisten en een toenemend aantal schrijvers uit de wereldliteratuur. In deze aflevering van
Armada komen onder anderen Julia Kristeva, Jean Daive en Lawrence Norfolk aan het woord. De filosofische aspecten in zijn poëzie worden belicht in bijdragen over Celan in relatie tot Cioran, Benjamin en Heidegger.
Inhoud (klik op artikel voor een preview)Ton Naaijkens en Ger Groot
Met telkens een andere sleutel. Een inleiding.
Wiel Kusters
Letterglinster. Glossen bij twee gedichten uit Atemwende.
Julia Kristeva
Celanië of het nomadisch verdriet.
Barbara Wiedemann
'In je bol geslagen'. Paul Celans interpretatie van de waanzin.
Lawrence Norfolk
Er zijn nog liederen te zingen.
Ewout van der Knaap
Wiens stem spreekt? Meerstemmigheid in Celans cyclus 'Stimmen'.
Ronald Bos
De dichter en de filosoof. Paul Celan versus Emil Cioran.
Henk Abma
Poëzie die niet van wijken weet. Over 'Grosse, glühende Wölbung'.
Jean Daive
De Meridiaan van Czernowitz.
Awee Prins
'Die Grammatik fehlt'. Martin Heidegger en Paul Celan: denken en dichten in 'schamelste tijden'.
Bart Philipsen
Gast-gesprek. Rond taal en ethiek in 'Unten'.
Henri Bloemen
Een stem van een onbegraafbare. Over Walter Benjamin en Paul Celan.
Medewerkers aan dit nummer.